https://open.spotify.com/episode/2BoemTikfO071R9EMSDlMS?si=734b16142a5c4407
<aside> 🎙️ Vaar jij op feiten in plaats van op gevoel en verkies je ratio boven emotie? Dan is dit een aflevering voor jou. Beleggen op basis van methoden die bewezen rendement opleveren: de vermetele en getalenteerde masterstudent Mees Bovelander verdiept zich er al jaren in. Hij verwerpt de Efficiënte Markt Theorie en leidt je via die weg naar de kansen van value investing. Hij legt daarbij uit hoe hij beurssentiment in zijn voordeel laat werken. Daarnaast is hij kritisch op de manier hoe academici risico kwantificeren en legt hij uit hoe hij dat zélf zou doen. Conclusie: er valt nog een hoop te leren!
</aside>
Wie is Mees Bovelander? Sommige van jullie kennen Mees misschien al van zijn posts in de community (die zijn geweldig). Mees is een MSc student Financial Economics aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Binnen zijn Bachelor Economie en Bedrijfseconomie heeft hij gekozen voor een financial accounting specialisatie. Naast zijn studie heeft hij (werk)ervaring opgedaan in de financesector (controller) en in de marketingsector. Op individuele basis houdt hij zich bezig met business valuation, portfolio management en personal finance. Mees is goed op weg voor zijn master in Financial Economics, waar hij hoopt cum laude af te studeren. Een geweldige fondsmanager in wording dus.
Voordat hij met het grote geld aan het werk gaat, ‘oefent’ hij nu al met een klein familiefonds genaamd Bovelander Family Fund. Daar past hij de Value strategie toe met een tail risk hedge (95% long exposure) en een focus op small - en midcap en derivatives trading.
De laatste maanden heb ik regelmatig met Mees gesproken en al ontzettend veel van hem geleerd. Mees heeft een hele duidelijke en doordachte strategie die op het eerste gezicht niet hip lijkt. Het is bijzonder om te zien hoe strikt zijn proces is en hoe erg hij aan het zoeken is naar een tegenovergestelde mening. We hebben een echte contraire denker als gast, die het ook nog eens wetenschappelijk kan onderbouwen!
Evidence based beleggen is een beleggingsfilosofie die gebaseerd is op wetenschappelijk onderzoek (beleggen op basis van bewijzen). In de academische wereld wordt deze manier van beleggen ook wel factorbeleggen genoemd.
Financieel wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat beleggingen een betere risico - rendementsverhouding krijgen zodra ze ingericht worden op basis van een aantal factoren. Evidence based beleggen draait dus om: feiten en data, lange termijn markthistorie en praktische toepasbaarheid. Geduld levert in de meeste gevallen meer waarde op.
Degene die de strategie natuurlijk het best kan uitleggen, is Mees zelf. Daarom aan hem het woord:
Laten we bij het begin beginnen. Het doel van mijn strategie is om een rendement (gecorrigeerd voor risico) te behalen dat hoger ligt dan het rendement van de markt. Individuele beleggers, die hun vermogen actief alloceren, zijn bijzonder gefixeerd op het ‘verslaan van de markt’. Hiermee wordt bedoeld dat het individu er naar streeft om zijn/haar kapitaal sneller te laten groeien dan de rest van de markt. In de basis is dit een volkomen rationele houding. Waarom zou ik mijn portfolio actief beheren als ik even goed mijn vermogen kan beleggen in een index? Een rationele belegger moet zich daarom afvragen of hij/zij voldoende reden heeft om aan te nemen dat zijn/haar strategie voldoende additionele waarde creëert om voor de (extra) geïnvesteerde tijd te compenseren. In andere woorden, weegt de hoeveelheid moeite die actief beheer vereist op tegen de hoeveelheid extra gerealiseerd rendement? Het antwoord op deze vraag zal uiteraard per persoon verschillen. De pijnlijke waarheid is dat het antwoord over het algemeen ‘nee’ is. Het overgrote gedeelte van de individuele beleggers slaagt er namelijk niet in om de resultaten van de index bij te benen [1]. Meer moeite, minder resultaat. In dit stuk zal ik uiteenzetten op welke wijze ik mijn rendement probeer en verwacht te maximaliseren.
Het startpunt van mijn beleggingsstrategie heeft betrekking tot de efficiënte markthypothese. Deze hypothese stelt dat dat prijzen de intrinsieke waarde van het onderliggende goed op een juiste manier weerspiegelen. Om te beoordelen of het überhaupt zinvol is om ondergewaardeerde bedrijven op te sporen moet worden vastgesteld of de efficiëntie van de markt kan worden betwist. Indien de efficiëntie van de markt wordt beschouwd als een gegeven, is het selecteren van individuele bedrijven namelijk een zinloze bezigheid. Gedurende mijn zoektocht naar de juiste strategische benadering heb ik geconcludeerd dat markten niet te allen tijde een efficiënte prijs tot stand brengen. Ik ben ervan overtuigd dat marktprijzen kunnen divergeren van intrinsieke waarde. Ik zal beknopt toelichten hoe ik tot deze conclusie ben gekomen.
Eén van de belangrijkste academische theorieën, met betrekking tot finance, is ontwikkelt door de Amerikaanse econoom Harry Markowitz. De zogenaamde ‘Portfolio Theory’ die Markowitz heeft ontwikkeld is een normatieve theorie die aantoont hoe een rationele belegger zijn portfolio zou moeten selecteren op basis van verwachte rendementen en zijn (risico) preferenties [2]. Omdat de fundering van het model berust op een aantal (sterke) aannames heeft het model in de realiteit weinig voorspellende waarde. Toch is het model van onschatbare waarde geweest voor de academische wereld. Zo biedt het een wiskundige onderbouwing voor de effectiviteit van diversificatie. Daarnaast is Portfolio Theory het startpunt geweest voor het Capital Asset Pricing Model (CAPM) [3]. Het Capital Asset Pricing Model is een model dat wordt gebruikt om het rendement te berekenen dat een belegger moet ‘verlangen’ op basis van het risico dat hij of zij neemt. In het standaard CAPM is risico dus de enige coëfficiënt die rendement verklaart. In andere woorden, het model voorspelt dat rendement een product is van de hoeveelheid gelopen risico en ondersteunt hiermee de efficiënte markthypothese. In de praktijk blijkt dat verschillende strategieën een zogenoemde ‘Alpha’ kunnen creëren. Dit houdt in dat er wetenschappelijk bewijs is gevonden voor factoren, die geen interactie hebben met risico, maar die wel de verklaarde variantie vergroten in een asset pricing model. De Alpha geeft aan dat het behalen van een, voor risico gecorrigeerde, overperformance mogelijk is. Voor de duidelijkheid, indien er sprake is van een efficiënte markt bestaat er geen Alpha in het CAPM. Dit klinkt wellicht allemaal wat abstract. De reden dat ik het CAPM aanhaal is omdat het mijn eerste ervaring was met een valide bewijs van de inefficiëntie van de markt. De factoren die een Alpha creëren (Value, Size & Momentum) tonen namelijk aan dat beleggers een bovengemiddeld resultaat kunnen behalen op basis van strategisch vernuft. Het bestaan van de Alpha heeft voor mij blootgelegd dat actief portefeuillebeheer, gericht op exploitatie van de juiste factoren, kan lonen.
Ik begrijp dat dit wellicht allemaal wat abstract is. Om eerlijk te zijn had ik zelf ook enige tijd nodig om deze principes volledig te begrijpen. Daarom zal ik proberen om het op een iets eenvoudigere manier uiteen te zetten.
Indien de efficiëntie van de markt een gegeven is, bestaat er een vaste verhouding tussen risico en rendement. Deze kan, zoals gezegd, worden afgeleid uit de Modern Portfolio Theory van Harry Markowitz. In feite houdt dit in dat markt een vastgestelde hoeveelheid return levert voor een ‘eenheid’ risico (gemeten in termen van covariantie met de index). Een investeerder betaalt voor zijn/haar rendement een prijs in de vorm van variantie. Dit betekent overigens niet dat het onmogelijk is om een rendement te behalen dat hoger ligt dan dat van de marktindex. Het verhogen van het risicoprofiel, door de exposure naar volatiliteit te vergroten, hoort in een efficiënte markt te worden beloond met een hoger rendement. De mate van blootstelling aan risico en de hoeveelheid gerealiseerd rendement hoort namelijk (in een efficiënte markt) evenredig te zijn. In andere woorden, als je het risico verdubbelt en daarmee het rendement verdubbelt, blijft het gecorrigeerde rendement onveranderd. Het idee hierachter is dat superieure verhoudingen tussen risico en rendement dusdanig snel worden opgepikt door arbitrageurs dat dit soort buitenkansjes zijn verdwenen voor een markt participant daar erg in heeft [4].
Als sprake is van een positieve Alpha wordt deze ‘ijzeren wet’ met voeten getreden. Het bestaan van een Alpha impliceert namelijk dat returns niet volledig worden verklaard door de Bèta coëfficiënt. In andere woorden, de verhouding tussen risico en rendement is niet langer proportioneel. Dat de value, - size - en momentumfactoren een Alpha creëren toont aan dat aandeelhouders van bedrijven die aan deze karakteristieken voldoen sterker worden gecompenseerd voor een gelijkwaardig risicoprofiel. Deze factoren zorgen voor een superieure risico- rendementverhouding.