https://open.spotify.com/episode/6Wr5vMQsUrXKrpZS2FqmM9?si=18bf8e7647c04e58
<aside> 🎙️ Tijd om voort te bouwen op de vorige aflevering, waar Pieter Slegers uitlegt hoe je kwaliteitsbedrijven zoekt en vindt en waar we eindigen met een ‘investable universe’. Pieter maakt onderscheid tussen drie soorten aandelen: owner-operator stocks, monopolies & oligopolies en cannibal stocks. Hij legt de concepten uit aan de hand van voorbeelden als LVMH en Kelly Partner Group en put daarbij weer uit zijn brede ervaring op het gebied van beleggen in kwaliteit. Daarnaast komt natuurlijk het waarderen van kwaliteit aan bod.
</aside>
In de vorige aflevering hebben we het gehad over de zoektocht naar kwaliteit. Deze aflevering kan je zien als een aanvulling. We spraken onder andere over waarom beleggen in kwaliteit een verstandige vorm van investeren is, wat de criteria zijn om er mee te starten en de ‘Million Dollar Question': hoe vind je deze bedrijven? We sloten de aflevering af met een lijst aandelen die we de ‘Investable Universe’ noemden.
161. De zoektocht naar kwaliteit (met Pieter Slegers) | € 373.700
Vanaf dat punt gaan we vandaag verder. We gaan langs de drie verschillende soorten kwaliteitsbedrijven. We kijken naar de waardering want over het algemeen zijn kwaliteitsbedrijven relatief duur en niemand wil te veel betalen. Als laatste gaan we langs een paar bedrijven die aan alle alle kernmerken voldoen.
Kwaliteitsbedrijven zijn er in alle kleuren en maten. Er is niks mis met het samenstellen van een portfolio vol kwaliteitsbedrijven. Pieter gaat een stapje verder. Hij heeft drie verschillende soorten kwaliteitsbedrijven gedefinieerd. Voordat een aandeel in zijn portfolio komt, moet het eerst voldoen aan een van deze drie kernmerken. Het aandeel moet gerund worden door families of de oprichter, een monopolie - of oligopoliepositie hebben of extreem veel eigen aandelen inkopen.
Bron: Blog van Compounding Quality.
Pieter heeft niet zomaar deze drie soorten gekozen. Elk van zijn soort laat over een lange periode een outperformance zien op de brede index. Door nog een extra filtering te doen op kwaliteitsbedrijven, vergroot hij hiermee de kans om de winnaar te selecteren.
Door de jaren heen is gebleken dat bedrijven die nog steeds geleid worden door hun oprichter of waarbij insiders meer dan 10% van het bedrijf bezitten, een belangrijk deel uitmaken van succesvolle portefeuilles. Academische studies wijzen uit dat familiebedrijven en bedrijven die geleid worden door de oprichter het met respectievelijk 3,7% en 3,9% per jaar beter doen dan de S&P 500. Dit soort ondernemingen vormen vaak de meerderheid van een hoog presterend beleggingsportfolio.
Bron: Credit Suisse Research, Thomson Reuters Datastream
Voorbeelden van dergelijke bedrijven zijn Medpace, Kelly Partners Group, OTC Markets, Brown & Brown en Evolution Gaming. Deze bedrijven illustreren het potentieel van ondernemingen met een sterke leiding die betrokken is bij de groei en het welzijn van het bedrijf, wat vaak resulteert in bovengemiddelde rendementen voor de aandeelhouders.
Founder-led bedrijven doen het gemiddeld beter dan de S&P 500 in de periode 1990 t/m 2014.
Monopolies en oligopolies kenmerken zich doordat één of slechts enkele bedrijven de hele industrie domineren. Deze dominantie maakt ze vaak uitstekende beleggingen, omdat ze onder gunstige voorwaarden kunnen opereren vanwege het gebrek aan concurrentie.
Bron: Sparkline Capital.
De kracht van deze bedrijven ligt in hun sterke slotgracht en prijszettingsvermogen, wat hen in staat stelt hun marktpositie te behouden en te profiteren van hogere winstmarges. Voorbeelden van zulke dominante spelers zijn de S&P Global en Moody's, Visa en Mastercard, Booking en Airbnb, en technologiereuzen zoals Google en Microsoft. Deze bedrijven illustreren hoe een sterke marktpositie kan leiden tot aanzienlijke concurrentievoordelen en sterke performance.
Bron: Sparkline Capital.